‘Shit. Ik krijg de essentie van zijn grootsheid niet vastgelegd’. Tevergeefs dans ik nu al een kwartier om deze monumentale boomkathedraal die solitair de picknickwei siert. Welke pose of hoek ik ook probeer…zijn vitaliteit en weidsheid krijg ik niet op het scherm. Eenmaal door de kleine toegangspoort slokten de vele groentinten moeiteloos het autogeraas van de drukke strandboulevard op. Een paar kleurige vogeltjes en een grappig grazende schildpad doorkruisten het kleine parkpaadje dat ons nu toevallig naar deze open plek bracht. De hele aanblik raakt me. Vooral de vele wonderlijke steunpilaren die van de tientallen meters lange zijtakken naar de grond lopen. Die zouden al lang zijn afgebroken als de boom niet zelf sterke pijlers had gevormd. Woorden komen op: ‘Als we effectief onszelf leren dragen dan kunnen we effectiever de wereld dragen.’
Ik sta stil…ja…dat is het dat dit grootse organisme me nu voorspiegelt. Wat een troostrijke metafoor. Als we, of laat ik liever voor mezelf spreken, ik ergens voel dat ik vastloop…in de liefde, opvoeding, werk of gezondheid. Dat het ondanks alle inspanningen even lijkt alsof er geen beweging meer inzit…Weet dan dat er nieuwe steunpilaren groeien die je verdere ontwikkeling ondersteunen…Glimlachend stop ik met mijn fotodans en loop naar het hart van de boom. Ik ben geen bomenfluisteraar…maar als ik mijn wang tegen zijn ruwe stam leg lijkt het even alsof zijn diepe stilte en vertrouwen door me heen stromen. De weidse draagkracht laat zich niet vangen maar mag ik wel als betoverend anker met me meedragen.