Plots zie ik hem. Eigenlijk hoor ik hem eerst…het opgewekte getjilp van een roodborstje. Ik kijk omhoog en zie ‘m zitten en luister even heel stil naar zijn blije liedje. Tot het moment dat hij mij ziet en wegfladdert. ‘Hij heeft blijkbaar geen aandacht nodig om zijn eigen lied te zingen’ mijmer ik, terwijl ik verder loop. Ik moet aan mezelf toegeven dat de uitdaging om hier nu 100 dagen aaneengesloten iets ‘betoverends’ te delen, wel wat met me doet. Meer dan ik dacht.
Ik schreef gisteren al over kwetsbaarheid. Delen wat er ‘in je binnenwereld’ gebeurd is teer. Ik bewonder die moed in andere openhartige bloggers. In het voelen, opschrijven en delen mag ik me verbinden met mijn eigen geluid. Soms zacht en kwetsbaar, soms krachtig en wijs, soms stuntelend en verdrietig. Elk moment zijn eigen nieuwe toon. Waarschijnlijk niet beter of slechter dan daarvoor…en waarschijnlijk niet beter of slechter dan die van ‘een ander’ En dat is wat dat kleine vogeltje me nu aanreikt. Hij maakt zich nergens zorgen over. Kijkt niet naar morgen, volgt zijn impuls, vliegend van tak naar tak, als het tijd is voor een blij liedje dan zingt hij dat, met of zonder publiek, verstild dan weer en vervolgt zijn vrije vlucht. Elk moment opnieuw. Hoe betoverend moeiteloos is dat?